Sjaak Roggeveen verkozen tot beste Excelsior-speler aller tijden

 

Sjaak Roggeveen is door de supporters van Excelsior verkozen tot de beste Excelsior-speler aller tijden. Roggeveen speelde tussen 1972 en 1979 227 wedstrijden voor de club, en veertig jaar later is hij nog altijd vrijwel elke thuiswedstrijd van Excelsior aanwezig. In 1977 kreeg hij als ‘nestor van de selectie’ de eerste vinylsingle van het clublied overhandigd, en nu in 2019 op 76-jarige leeftijd de bokaal als beste speler ooit.

Hij was een held, een icoon, een legende – staat in motivaties van supporters die op Roggeveen stemden – en vooral een speler met een groot Excelsior-hart. Niet alleen door zijn voetbal, maar ook door zijn persoonlijkheid. Roggeveen voetbalde voor het plezier. Zijn winkels voor huishoudelijke artikelen in Rotterdam-Zuid, Spijkenisse en Hoogvliet waren belangrijker dan zijn voetbalcarrière. “Ik heb mijn zaak altijd voor laten gaan”, zei hij eind jaren zeventig in een kranteninterview.

Het voetballen was mooie reclame voor zijn winkel, want in vrijwel elk interview met Jacques Roggeveen – zijn voornaam werd in de voetbalwereld al snel geschreven als Sjaak – kwam zijn handel ter sprake, al dan niet met foto erbij. “Het geld dat ik met voetballen heb verdiend, heb ik in mijn zaak gestopt”, liet hij in een van die artikelen optekenen.


Voetbal voor de lol en het plezier

Voordat Roggeveen voor Excelsior voetbalde, speelde hij bij Holland Sport. Hij speelde in 1969 drie interlands voor het Nederlands elftal. Bij zijn debuut, op 16 april 1969 tegen Tsjecho Slowakije (2-0) maakte hij in de laatste tien minuten beide doelpunten. Roggeveen kon naar Feyenoord, maar ging niet omdat hij dan op zaterdag zou moeten spelen. Dat was de belangrijkste dag voor zijn winkel. Verhuizen naar Eindhoven om voor PSV te voetballen? Ook geen optie. “Spijt heb ik niet”, blikte Roggeveen in 2000 terug.  “Ik heb altijd veel lol en plezier in het voetballen gehad.”

In 1972 werd Roggeveen speler van Excelsior, omdat FC Den Haag (Holland Sport fuseerde in 1971) zeven keer per week ging trainen. Dat kon hij niet combineren met zijn eigen zaak. “Die winkel was belangrijk, want je kon destijds niet leven van het voetballen.” Excelsior speelde op dat moment in de eredivisie, maar in zijn tweede jaar degradeerden de Rotterdammers. Met Roggeveen in de gelederen en Ben Peeters aan het roer werd Excelsior in 1974 kampioen van de eerste divisie. Na de degradatie in 1976 wisten de Rotterdammers dit kunststukje in 1979 te herhalen onder leiding van Thijs Libregts. De beslissing viel in de uitwedstrijd tegen Heracles. Het werd 1-3 en Roggeveen maakte twee doelpunten.

Die kampioenswedstrijd komt terug in verschillende motivaties van supporters, waarmee ze Roggeveen nog maar eens willen bedanken voor de schaal. “Een prachtig einde van mijn carrière”, zei Roggeveen, die op de schouders ging van de meegereisde fans. “Wij hadden een team met oudere spelers en jongens uit eigen kweek. We werden Volendammertje genoemd, omdat we heen en weer gingen tussen eredivisie en eerste divisie. De bestuurders deden alles om de boel draaiend te houden. Ik heb zelfs nog met Henk Zon oud papier ingezameld. We hadden plezier in het spel en waren succesvol.”


Clubtopscorer als laatste man

De supporters herinneren Sjaak Roggeveen naast zijn persoonlijkheid ook als zeer complete voetballer. Altijd scorend, zwoegend, nooit verzakend. Beroemd om het indraaien van de kont waardoor de tegenstander niet bij de bal kon komen. En als laatste man gewoon clubtopscorer in zijn laatste seizoen.

Roggeveen was altijd spits geweest, een speler met een neus voor doelpunten. Toen Thijs Libregts – onder toeziend oog van Bob Janse – de leiding bij Excelsior overnam, begonnen bij Roggeveen de jaren te tellen. Het leven als aanvaller werd steeds lastiger, maar dat betekende bepaald niet het einde van zijn voetbalcarrière. “Ik kwam terug van een blessure en speelde met het tweede elftal, destijds getraind door Dick van den Polder. Hij zette me niet neer in de aanval, maar als verdediger. Ik werd laatste man, maar wel één die veelvuldig doorschoof naar het middenveld. Dat deed ik daarna in het eerste ook en bleef veel doelpunten maken. Ik speelde als een van de eerste als vrije man voor de verdediging.”

Na het kampioenschap in 1979 was het klaar. Sjaak Roggeveen zette een punt achter zijn carrière. Hij was echter zo vergroeid met Excelsior, dat hij de club nooit heeft losgelaten. Hij was bestuurslid en scout, en voetbalde nog jaren met het beroemde veteranenteam. “Dat alles uit liefde voor de club en die liefde is nog steeds aanwezig”, zei hij in het Excelsior Business Magazine. Bij zijn afscheid sprak hij woorden van gelijke strekking: “Door de jaren heen ben ik gewoon met die club vergroeid geraakt. Voor Tineke, m’n vrouw en voor mij is een zondag op Woudestein nog steeds een dagje uit. Bovendien: je wordt er ook als mens gewaardeerd en dat is in de voetballerij ook wel eens anders.” Toch was het volgens hem tijd om te stoppen: “Ze moeten je niet opa gaan noemen.”

In zijn winkel was hij jaren na de punt achter zijn voetbalcarrière nog steeds te vinden. De laatste winkel in Hoogvliet sloot in 2006 de deuren, maar bij Excelsior komt Roggeveen nog steeds elke thuiswedstrijd kijken. Bij dagblad Het Vrije Volk moesten ze er destijds ook niet aan denken dat de club zonder hem verder zou moeten: ‘Excelsior zonder Sjakie, dat moet zoiets zijn als patat zonder met’.

Met medewerking van Vincent Wernke. Passages uit bovenstaande tekst zijn afkomstig uit het boek ‘Voor de roem van ons Excelsior’.

Foto’s: Sander Wesdijk en SBV Excelsior